info@zenoadvies.nl

Zingeving in de Hulpverlening

Zingeving in de Hulpverlening

Zingeving is het zoeken naar de zin, de bedoeling of het doel van het leven of van grote gebeurtenissen in het leven. Deze existentiële zinvragen komen vaak op wanneer mensen nadenken over hun situatie en eigen bestaan (Doolaard, 2006). Hierbij wordt er niet per definitie van uit gegaan dat er een God is, in tegenstelling tot religieuze zinvragen. Het geloven in een God die alles onder controle heeft, kan mensen laten berusten in het feit dat zij niets van de bedoeling van het leven snappen. Religieuze zinvragen zoeken antwoorden op de vraag of het leven zin heeft, en zo ja, wie of wat die zin aan het leven geeft (Douma, 1997). Jan van der Wal, psycholoog en directeur van GLIAGG ‘De Poort’ schrijft in zijn artikel in het ‘Lindeblad’, dat God de mens vertelt dat hij weer mag worden wie hij is. In concrete situaties van onder andere psychische ellende, die in dit leven nooit helemaal, of zelfs helemaal niet te veranderen lijken, ligt hier een bron van troost en hoop (Wal, 1993).

Toch kan religie ook angst en dwang veroorzaken, waardoor mensen juist minder in contact met zichzelf komen en ervoor kiezen om het doel in hun leven zelf te scheppen (Pfeifer, 1994). Zingeving heeft dus niet per definitie iets met religie of spiritualiteit te maken, ook al associëren hulpverleners die zijn opgeleid in de jaren zeventig en tachtig levensbeschouwing vaak met kerk en geloof (Rijksen & Van Heijst, 1999). Het kan op een godsdienstige, maar eveneens op een niet-godsdienstige wijze plaatsvinden (Dekker, 1993). Het wordt dan een levensbeschouwing van een geheel van overtuigingen, waarden en normen, waarmee mensen zin en richting geven aan hun leven (Vellenga, 1992).

Het belang van zingeving

Omdat zingeving veelal wordt gelijkgeschakeld aan religie, worden religieuze zaken tot het privédomein gerekend en niet gezien als zaak voor professionele bemoeienis  (Banning, 2001). Hierdoor worden zingevingsvragen vaak niet herkend en is zingeving, volgens Banning, daarom een ‘verloren dimensie’. Volgens Gilligan en Furness (2005), beiden docent maatschappelijk werk aan de Universiteit van Bradford, is het daarom belangrijk om de betekenis van religieuze en spirituele overtuigingen te leren kennen. Zij geven in hun onderzoeksrapport aan: “There is a clear need for all social work practitioners and educators to give greater priority to exploring the potential significance of religious and spiritual beliefs in their training (Gilligan & Furness, 2005).” Zingeving, levensbeschouwing, religie en spiritualiteit kunnen erg belangrijk zijn voor bepaalde mensen die met de hulpverlening in aanraking komen. Het kan dan ook een belangrijk instrument zijn om mensen te helpen weer zin te krijgen in het leven. In de huidige generatie leeft de belangstelling voor levensbeschouwing juist op (Rijksen & Van Heijst, 1999).

Existentiële zinvragen ontstaan vaak als mensen geconfronteerd worden met hun situatie en eigen bestaan. Een crisissituatie kan hiertoe aanleiding geven, aangezien juist dan de zinbeleving hapert (Rijksen & Van Heijst, 1999). Het belang van een zinvolle dagbesteding is onderzocht door Movisie (2010). Movisie is een landelijk kennisinstituut en adviesbureau voor sociale vraagstukken op het terrein van welzijn, participatie, sociale zorg en sociale veiligheid. Dak- en thuislozen geven aan dat zingeving de belangrijkste succesfactor is in de hulpverlening. Hiervoor is het 8-fasenmodel ontworpen. Kenmerkend voor de aanpak in het 8-fasenmodel zijn de indeling van het begeleidingsproces in acht fasen. De fasen zijn aanmelding, intake, opname, analyse, planning, uitvoering, evaluatie en uitstroom. Elke fase heeft specifieke doelen, werkwijzen, instrumenten en randvoorwaarden. Centraal in elke fase staan acht leefgebieden. Deze zijn huisvesting, financiën, sociaal functioneren, psychisch functioneren, zingeving, lichamelijk functioneren, praktisch functioneren en dagbesteding (Leeuwen-den Dekker, Brink, & Bergen, 2010). Zingeving is dus één van de acht leefgebieden waar aandacht aan besteed moet worden. Dit is ook te zien in de piramide van Maslov die een beeld geeft van de behoeftehiërarchie van de mens (Dito, Stavast, & Zwart, 2008). Als eerste zijn de lichamelijke behoeften het belangrijkst. Vervolgens de behoefte aan veiligheid en zekerheid, gevolgd door de behoefte aan sociaal contact. De vierde laag betreft het verlangen naar waardering en erkenning. Pas als aan alle criteria van deze vier lagen is voldaan, kan een mens aandacht besteden aan zelfverwezenlijking en vallen ze minder snel terug in oude patronen. Zinvol hulpverlenen is duurzaam hulpverlenen (Zingeving in de hulpverlening, 2010).

Impliciete en Expliciete zingeving

Zingeving is meer dan religie. Alma & Smaling (2010) maken onderscheid tussen impliciete zingeving, betrekking hebbend op alledaagse zin- en betekenisgeving en expliciete zingeving, op existentieel en spiritueel niveau.Expliciete zingeving heeft betrekking op vragen als ‘waarom overkomt mij dit’, ‘wat is de zin van mijn leven’, ‘waarom zijn wij op aarde’? Bij impliciete zingeving gaat het om voortdurende, vanzelfsprekende en vaak nauwelijks gereflecteerde betekenisgeving in het dagelijkse leven. Impliciete zingeving betreft alledaagse zaken, zoals het vieren van een verjaardag, het moment waarop de zon schijnt of het schrijven van een gedicht. Op zulke momenten kan er sprake zijn van een zinervaring waarin alles een beloftevolle richting lijkt uit te wijzen. (Alma & Smaling, 2010). Impliciete zingeving heeft te maken met wie je ten diepste bent en wilt zijn. De ziel is de plek waar je kernbewustzijn zetelt, zo stelt Deepak Chopra (2011), Chopra is docent aan Harvard en combineert spirituele wijsheid met moderne dynamische psychologie. Hij geeft aan dat de ziel de plek is waar je zingeving, context, intuïtie, creativiteit, inspiratie, visie, vrije wil, intelligentie, kracht en liefde vindt. Het is het verhaal van je leven. Wanneer je verbonden bent met de ziel kun je vanuit visie, creativiteit en eenheidsbesef je eigen behoeften en die van anderen tegemoet treden. Als je luistert naar je innerlijke stem en weet wat zich in je diepste kern afspeelt, dan is wat je te geven hebt oneindig (Chopra, 2011).

Zingeving kan ook vorm krijgen door het doen van vrijwilligerswerk. Dr. T. van den Belt is managementwetenschapper. Hij is o.a. voorzitter van een welzijnsstichting en geeft aan dat vrijwilligerswerk kan helpen bij het vertalen van waarden in doelen en vorm te geven aan onze verantwoordelijkheden (Belt & Timmerman, 1998). Zo kan het leven van iemand betekenis krijgen, op het moment dat er gezorgd moet worden voor iemand. Nodig zijn, gewenst zijn, of onmisbaar zijn, kan mensen het gevoel geven dat hun leven zin heeft.

Betekenis geven aan je leven

Volgens de Federatie van Organisaties voor Volksontwikkelingswerk, is zingeving de wijze waarop een individu ernaar streeft zelfstandig oordelen te vellen en zin te geven aan zijn eigen bestaan (FOV begrippenlijst, 2012). De FOV ziet zingeving als een actief proces van het individu om zin, of betekenis te geven aan het leven. Het is iets dat je moet leren door te luisteren en het te laten rijpen (Andriessen, 1991). Je leven betekenis geven is dus iets wat je zelf doet, op je eigen manier. Het kan voor iedereen iets anders zijn. Sommigen zoeken het in hogere sferen, anderen zoeken het op aarde. Voor sommigen is het een bepaald beroep, voor anderen een wandeling in de natuur. Het kan een zoektocht zijn naar de oorsprong van het bestaan, maar het kan ook een verzameling zijn van postzegels of miniatuur treinen op een zolderkamer.

 

Joost van den Oever

Gedragsspecialist

 

 

Bibliografie

 

Alma, H., & Smaling, A. (2010). Waarvoor je leeft. Culemborg: Centraal Boekhuis.

Andriessen, D. H. (1991). Volwassenheid in perspectief. In D. H. Andriessen, Volwassenheid in perspectief (p. 55). Assen: Dekker & van de Vegt.

Banning, H. (2001). Zinvol hulpverlenen en begeleiden. Culemborg: Centraal Boekhuis.

Belt, T. v., & Timmerman, K. (1998). Vrijwilligerswerk, beleid en begeleiding. Baarn: Nelissen.

Chopra, D. (2011, september). De ziel van leiderschap. Happinez.

Creatieve Therapie. (2012). Opgeroepen op december 1, 2012, van www.han.nl: http://www.han.nl/opleidingen/bachelor/creatieve-therapie/vt/

Dekker, D. G. (1993). Godsdienst en samenleving. In D. G. Dekker, Godsdienst en samenleving (pp. 66-73). Kampen: Uitgeverij Kok.

Dito, J., Stavast, T., & Zwart, D. (2008). Basiszorg. Houten: Bohn en Stafleu van Loghum.

Doolaard, J. (2006). Nieuw handboek geestelijke verzorging. Kampem: Kok.

Douma, D. (1997). Medisch Ethiek. In D. Douma, Medisch Ethiek (pp. 290-294). Kampen: Uitgeverij Kok.

FOV begrippenlijst. (2012). Opgeroepen op november 26, 2012, van www.fov.be: http://www.fov.be/IMG/doc/begrippenlijst.doc

Gilligan, P., & Furness, S. (2005). The Role of Religion and Spirituality in Social Work Practice. oxfordjournals.

Lans, J. v. (1996). Religie, psychopathologie and coping. Amsterdam: Rodopi.

Leeuwen-den Dekker, P. v., Brink, C., & Bergen, A. v. (2010). Visie en uigangspunten van het 8-fasenmodel. Opgeroepen op december 1, 2012, van www.8-fasenmodel.nl: http://www.8-fasenmodel.nl/onderwerpen/8FasenModel/Docs/Factsheet_Visie8-fasenmodel.pdf

Pfeifer, S. (1994). Psychische stoornissen en bijbelse zielzorg. In S. Pfeifer, Psychische stoornissen en bijbelse zielzorg (p. 92). Leiden: J.J. Groen en Zoon.

Rijksen, H., & Van Heijst, A. (1999). Levensvragen in de hulpvraag. Tilburg: Damon.

thesaurus zorg en welzijn. (2012). Opgeroepen op november 26, 2012, van thesaurus zorg en welzijn: http://www.thesauruszorgenwelzijn.nl/zingeving.htm

Vellenga, S. J. (1992). Zin, Ziel, Zorg. In S. J. Vellenga, Zin, Ziel, Zorg (p. 17). Kampen: Uitgeverij Kok.

Wal, J. v. (1993). De mens in de christelijke hulpverlening. In Perspectief.

Wikipedia Zingeving. (2012, maart 14). Opgeroepen op november 26, 2012, van Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Zingeving

Zingeving in de hulpverlening. (2010). Opgeroepen op november 22, 2012, van Movisie, kennis en aanpak van sociale vraagstukken: http://www.movisie.nl/smartsite.dws?ch=def&id=134500